Onze vereniging in het AD en DVHN
Onthulling replica gedenkplaat. Links: Anthon van den Neut, rechts is Albert Kuper bij de gedenkplaat. © Andre Weima Fotografie
Met tranen in ogen stuurden moeders hun kind naar ‘hoge noorden’, zonder te weten waarheen en voor hoelang
Eindelijk hangt ’ie weer op zijn plek. Niet de originele, maar een replica van een gedenkplaat van Haagse ouders wier kinderen in de Hongerwinter naar Westerbork werden gestuurd. In het Drentse dorp en omliggende kernen konden de 277 kinderen tijdens de zwaarste periode van de Tweede Wereldoorlog aansterken. Gedenkwaardig, maar de gemeente Midden-Drenthe raakte de originele plaat tot twee keer toe kwijt.
Met een lichte ruk aan de Nederlandse vlag onthullen Ben Boers en wethouder Jan Schipper de gloednieuwe gedenkplaat voor de Haagse bleekneusjes in Westerbork. In het hartje van het dorp, op het pleintje waar meerdere monumenten staan die de Tweede Wereldoorlog gedenken. Want op deze plek gebeurde meer dan alleen tijdens de jaren in het concentratiekamp vlakbij.
Ben Boers is nu 92 jaar oud, loopt met een stok door een ongeluk. De eerste keer dat hij hier in Westerbork kwam, was bijna tachtig jaar geleden. In februari 1945 werd hij samen met honderden andere kinderen uit Den Haag naar het ‘hoge noorden’ gebracht. In de stad was haast geen eten meer. Ouders konden hun kinderen opgeven, zodat ze bij boeren ondergebracht zouden worden. Niet wetende waar precies en voor hoelang, vertrokken treinen vanaf het toenmalige Staatsspoor vanuit Den Haag. ,,Moeders met tranen in hun ogen, kinderen met een grote mond of juist niet”, vertelt Boers.
Het waren 277 kinderen die in Westerbork terechtkwamen en van daaruit met paard en wagen verdeeld werden over kernen in de buurt. Ze werden liefkozend Haagse bleekneusjes genoemd. Boers, toen een jaartje of 12, kwam in Elp terecht, zijn tweelingzusje in Westerbork. ,,We hebben een heel plezierige tijd gehad”, zegt hij. ,,Eerst begreep ik niets van de bewoners hier, door hun dialect. Drie weken later praatte ik met hen mee.”
Liften naar Den Haag
Na de oorlog ging Boers eind juni met zijn zusje al liftend terug naar Den Haag. Al het contact was maanden ervoor al verbroken. Bruggen waren kapot, post werd niet meer gebracht en treinen reden niet meer. ,,En in maart was er dat verwoestende bombardement op het Bezuidenhout, dus je wist niet eens of je ouders nog leefden.”
Eenmaal in Den Haag belden de twee kinderen bij hun ouderlijk huis aan. Vol zenuwen. Wie zou er opendoen? ,,Toen kwam mijn vader aan de deur. Hij was zo blij. Maar zei vervolgens: jongens, jullie moeder is naar Drenthe toe om jullie op te halen.”
Zijn ouders en die van andere Haagse bleekneusjes zamelden na de oorlog geld in voor een gedenkplaat. Als een bedankje aan de bewoners van Westerbork die hun hongerige kinderen hadden gevoed. In een koperen kleur met daarop onder meer de tekst: ‘Deze plaat is in dankbare herinnering aangeboden aan de bevolking van Drenthe. Door de ouders van de kinderen die in den hongerwinter 1944-1945 zoo liefdevol en gastvrij zijn opgenomen uit Den Haag en omstreken.’ Daaronder een afbeelding van twee handen die naar elkaar reiken.
Fusie
De plaat kwam terecht in het gemeentehuis van Westerbork. De afgelopen jaren raakte de gemeente die echter tot twee keer toe kwijt. De originele plaat hing jarenlang op de muur van het gemeentehuis van Westerbork, maar werd in het gemeentehuis van Beilen opgeslagen na een fusie. ,,Ergens in de jaren waarin de plaat nog geen nieuwe permanente plek had, is hij kwijtgeraakt en uiteindelijk teruggevonden”, aldus een woordvoerder van de gemeente Midden-Drenthe.
Tot die weer kwijtraakte. Vermoedelijk bij een renovatie van het gemeentehuis. Ondanks uitgebreide zoektochten is het origineel tot op heden niet teruggevonden. Schandalig, vindt Boers. ,,Moet je nagaan, net na de oorlog zamelden die ouders geld in, met stuivers en dubbeltjes, als bedankje. En dan raakt dat ding tot twee keer toe kwijt.” Hij schudt zijn hoofd. ,,Maar de wethouder heeft het met maatregelen goed gecorrigeerd.”
De Historische Vereniging Westerbork maakte zich de afgelopen 4,5 jaar hard om ervoor te zorgen dat de plaat terugkwam. Of anders een replica, zoveel mogelijk lijkend op het origineel, gebaseerd op archieffoto’s. De tekst en randversieringen zijn hetzelfde, gebaseerd op de originele offerte uit 1946 is voor het materiaal brons gekozen. Daarnaast is een markering aangebracht op de replica om aan te duiden dat dit niet het origineel is. De replica is 85 bij 60 centimeter, de kosten: 6.465 euro. Het proces en maken van de replica duurde in totaal veertien maanden.
Albert Kuper, voorzitter van de vereniging, is ontzettend blij dat de geschiedenis van Westerbork op deze manier weer compleet is. Samen met Boers en Anthon van der Neut was hij er de afgelopen jaren hard mee bezig. ,,Het hoort bij Westerbork. Het is belangrijk dat de herinnering aan toen bewaard blijft”, zegt hij.
Associatie
Westerbork heeft zijn gedenkplaat bijna tachtig jaar na de eerste onthulling terug. Volgens de gemeente Midden-Drenthe is het voor inwoners van de plaats belangrijk en betekenisvol om verschillende verhalen uit de Tweede Wereldoorlog een plek te geven, waar deze plaat onder valt. ,,De associatie met Kamp Westerbork is enorm belangrijk, en enorm verdrietig”, aldus de woordvoerster. ,,Maar er gebeurde veel meer in Westerbork. Naast de duisternis en het verdriet waren er ook hoop en menselijkheid, en ook die herinnering moet levend worden gehouden.”
Wie altijd mooie herinneringen bleef houden aan zijn tijd als Haags bleekneusje in Westerbork, was Ben Boers. ,,Ja,” zegt hij al knikkend,” toen ik terugkwam in Den Haag zei ik tegen mijn vader: ‘Pa, ik wil boer worden’.” Het Haagse jochie was verzot geworden op paarden. Al veertig jaar is hij terug in zijn opvangdorp, in Elp. ,,Als hobbyboer, geweldig toch?”
Zo is de cirkel rond. En de gedenkplaat, die blijft voorlopig gewoon hangen. De geschiedenis ervan wordt gebruikt voor de toekomst. ,,Op 3 februari 1946 werd die voor het eerst onthuld”, vertelt Albert Kuper. ,,We willen er een schoolproject van maken. En elke 3 februari de Haagse bleekneusjes en de inzet van deze gemeente blijven herdenken.”
Ben Boers verloor zijn hart in de oorlogswinter aan Drenthe

In deze winter verliest hij zijn hart aan Drenthe. Aan Elp. Ergens in deze winter moet hij zichzelf hebben verteld, beloofd, bezworen, dat hij hier ooit terug zal keren. Hoe dan ook. Wat er ook gebeurt.
Tachtig jaar na zijn komst naar Elp vertelt Ben Boers zijn indrukwekkende verhaal. Hoe hij als 12-jarig kereltje uit de grote stad wordt afgezet in een dorp in Drenthe waarvan hij nog nooit heeft gehoord. Elp.
Het wordt de winter van zijn leven. De winter die zijn leven redt. De winter die zijn verdere leven deels zal bepalen.
De dag dat ze – bleekneusjes worden ze genoemd – met honderden tegelijk in Den Haag Centraal op de trein stappen naar het Noorden vergeet Ben Boers nooit meer. „We waren met 1100 kinderen die over het Noorden werden verdeeld. Een trein met 1100 kinderen, onder begeleiding van de EHBO. Onderweg hoorden we regelmatig vliegtuigen. Kinderen schreeuwden en huilden, de heenreis was een ramp.”
Hij lepelt het verhaal moeiteloos op, inclusief details. Boers schrijft elke dag alles op in een dagboekje. „Toen ik vertrok, zei mijn vader tegen me: ‘Jongen, maak elke dag een paar notities’. Dat heb ik gedaan.” Tot op de dag van vandaag bewaart hij het. Het zijn losse krabbels waar niemand wijs uit kan worden, zegt hij. Niet geschikt voor publicatie.
Vooral het westen van het land kampt met gebrek aan voedsel in de Oorlogswinter. Kinderen uit de grote steden worden gekeurd of ze naar het voedselrijke Noorden, met veel boeren, mogen gaan. Ben stapt met zijn tweelingzus Joke op de trein naar Drenthe.
Joke is er nog niet zo erg aan toe, maar Ben is veel te licht en mager voor zijn leeftijd. „Zo’n afscheid tussen ouders en kinderen is hartstikke moeilijk, onze ouders maakten zich grote zorgen. Ik ging zienderogen achteruit omdat ik onvoldoende voedsel kreeg. We kregen eten van de gaarkeuken, maar op een gegeven moment aten we alleen nog warm water. Dan moet je keuzes maken.”
In Beilen worden de kinderen opgevangen. „We kregen er wit brood met boter. En werden hartstikke ziek; alles kwam er meteen weer uit. We waren het niet meer gewend, kenden alleen die gaarkeuken in Den Haag. Het was veel erger dan de meeste mensen weten, geloof ik.”
Met paard en wagen vervolgen Ben en Joke hun reis door Drenthe. Joke krijgt een plek in Westerbork; Ben wordt door boer Beuvink naar Elp gebracht.
Ver van zijn huis, van zijn ouders, breekt een nieuwe tijd aan voor Bennie Boers. Het contrast kan bijna niet groter. Van de grote stad verhuist hij naar het platteland. „Waar de mensen een taal spreken die wij niet verstonden. Met een compleet andere huisvesting: je sliep in een soort kast, wat men de bedstee noemde.”
Waar andere kinderen veel last krijgen van heimwee, voelt Bennie Boers zich thuis vanaf het moment dat hij voet aan de grond in Elp zet. „Ik kwam aan en de boer gaf me heel vriendelijk een hand. Hij zei: ‘Voordat we de andere familieleden begroeten, kijken we eerst even bij het paard’. Die man begreep hoe het zat. De staldeuren gingen open en daar stond me toch een prachtig paard. Zo’n grote Belg. Er stonden zes, zeven koeien met jongvee in een heerlijk warme stal. Echt, ik heb maar twee minuten heimwee gehad.”
Het contrast tussen Den Haag en Elp is levensgroot. Daar is de oorlog veel meer zichtbaar; met bombardementen en Joden die uit hun huizen worden gehaald en op transport worden gezet. „Mijn vader heeft staan trillen op zijn benen, toen de buren werden weggehaald. Met zo’n klein dochtertje, Jozefientje.”
Hier is tenminste nog eten. „In veertien dagen groeide ik 20 pond! Hier was in mijn ogen elke dag spek, veel aardappelen en ook groente. Wat hebben we het hier fantastisch gehad. Er was oorlog, maar de boeren hadden nog aardappelen in de bult en koren op de deel liggen.”
Contact met hun ouders hebben de kinderen nauwelijks. Al helemaal niet sinds het bombardement op de brug bij Zwolle, waardoor het postverkeer wordt belemmerd. Van ‘etenhalers’ op fietsen horen de kinderen dat er slachtoffers zijn in de Haagse wijk Bezuidenhout, waar de geallieerden per ongeluk hun bommen droppen. „Niemand wist of zijn of haar ouders nog leefden.”
Na de bevrijding keren Ben en Joke Boers liftend terug naar Den Haag. Ze slapen op de Amersfoortse Berg en worden de volgende dag door een auto van het Rode Kruis in hun geboortestad afgezet. „Daar wisten we de weg”, zegt Ben Boers zacht.
Zijn ogen schieten vol als hij terugdenkt aan het moment dat hij aanbelt bij het ouderlijk huis en zijn vader de deur open doet. „Papa zei: ‘Wat ben ik blij dat jullie er zijn, maar mama is naar Drenthe om jullie te halen’. Ik word er nog altijd emotioneel van.”
Beide ouders hebben de Oorlogswinter overleefd. Na twee dagen keert ook mama terug in Den Haag.
De dankbaarheid die Ben Boers vanaf het eerste moment in Elp voelt, is nooit voorbij gegaan. Het is een combinatie van al dat moois: de overvloed aan eten, de paarden en koeien rond het huis, de prachtige natuur. Het is ook de naoberschap , de manier waarop de samenleving functioneert. „De mensen zijn hier met elkaar; als er problemen zijn, los je dat samen op. In Den Haag was dat totaal anders: daar ken je je boven- en benedenbuurman en dat is het zo’n beetje.”
En het is de trots op de toenmalige gemeente Westerbork, dat het voor elkaar krijgt om maar liefst 277 ‘bleekneusjes’ op te vangen in de oorlogswinter. „Een prestatie van formaat”, vindt Boers. „En dat als Westerbork, met ook die andere naam in relatie tot de Jodenmensen.”
Na de hbs gaat Ben Boers werken in het onderwijs. In de jaren 70 wordt hij benoemd tot inspecteur van het voortgezet onderwijs. „Ik heb altijd gezegd: als ik de kans krijg, ga ik in Drenthe wonen. In Elp. Ik vroeg bij het ministerie een standplaats in het Noorden aan. Mijn kantoor was in Sneek en we gingen wonen in Zuidveld. Ik wilde bij Elp zijn.”
Hij en zijn vrouw wonen nu 44 jaar in Elp. De dankbaarheid is gebleven. Het gevoel ook. Hij zegt: „Ik ben een westerling. Maar ik kan er niks aan doen.”
Ons laatste nieuws
De bronnen van de Tweede Wereldoorlog vertellen ons nog elke dag nieuwe verhalen. In deze nieuwsbrief....
> lees verderUitnodiging Het bestuur van de Historische Vereniging Gemeente Westerbork nodigt u uit voor een ledenvergadering op: WOENSDAG 19 november 2025 Meursinge WesterborkOok niet-leden zijn van harte welkom! Tijdens de Tweede Wereldoorlog viel op het grondgebied....
> lees verderVind ons op social media
